De brommobiel
Hij lijkt qua uiterlijk erg op een kleine auto, maar volgens de wet moet hij technisch gezien als een brommer worden beschouwd: de brommobiel.
Simpel gezegd gaat het om een bromfiets met meer dan twee wielen (gewoonlijk zijn het er vier) die voorzien is van een (meestal gesloten) carrosserie.
De brommobiel is een Franse vinding uit circa 1980, die echter pas rond het midden van de jaren '90 in ons land op de wegen verscheen.
In lege toestand mogen brommobielen niet meer wegen dan 350 kilo. Ze zijn uitgerust met een dieselmotor met een maximaal vermogen van 4 kilowatt. Gewoonlijk gaat het om een tweecilinder motor.
Net als de vroegere DAFjes zijn de huidige brommobielen uitgerust met een zogenoemde "continu variabele transmissie". Bekende brommobielmerken zijn onder meer Aixam, JDM, Chatenet, Microcar, Bellier, Piaggio en Vespacar.
De grotere broer van het invalidenvoertuig
De brommobiel lijkt nogal op het bekende wagentje voor mindervaliden, de Canta, en is vooral populair onder ouderen en mensen die slecht ter been zijn. Daarom worden die twee door veel mensen nogal eens door elkaar gehaald.
De smallere en kortere Canta is echter wettelijk gezien geen bromfiets maar een invalidenvoertuig. Daarom gelden voor dit kleine zusje van de brommobiel heel andere regels. Zo heb je er bijvoorbeeld geen rijbewijs of kenteken voor nodig en mag je ermee over de stoep rijden.
Rijd je in een brommobiel rond, dan word je echter als bromfietser gezien. Dit betekent bijvoorbeeld dat je minimaal 16 jaar oud moet zijn en over een kenteken moet beschikken. Je mag maximaal 45 kilometer per uur rijden, zowel in als buiten de bebouwde kom. Fietspaden en trottoirs zijn verboden terrein.
Zijn er gordels in het voertuig aanwezig, dan ben je verplicht die tijdens het rijden te dragen. Zijn er geen gordels en heeft de brommobiel een open carrosserie, dan moet je een helm op hebben. Verder mag je onder meer met niet meer dan twee personen tegelijk in een brommobiel rondrijden: één bestuurder en één passagier, dus.
De brommobiel gepimpt
In de begindagen was een van de grote voordelen van de brommobiel dat je er geen rijbewijs voor nodig had. Aan een brommercertificaat had je genoeg. Vooral ouderen die moeite hadden met het behalen van hun rijexamen konden zich hierdoor toch gemotoriseerd op de weg begeven.
Inmiddels is een brommerrijbewijs (AM), net als voor de "gewone" bromfiets, verplicht voor brommobielbestuurders die geen auto- of motorrijbewijs hebben.
Dat hiervoor nu ook een praktijkexamen zal moeten worden afgelegd (zie ook: Bromfietsrijbewijs) zal ouderen wellicht afschrikken, maar jongeren waarschijnlijk niet. Uit cijfers van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) blijkt dat de brommobiel de laatste jaren steeds populairder wordt onder 16- en 17-jarigen.
De reden ligt eigenlijk voor de hand: zonder autorijbewijs kun je dan als tiener toch al in een "bijna-auto" rondrijden. Handig als je bijvoorbeeld uit wilt gaan, maar geen zin hebt om regen en wind op je fiets of brommer te trotseren.
Omdat een nieuwe brommobiel al gauw meer dan 10.000 euro kost, kopen de meeste jongeren een tweedehands exemplaar. Om hem van zijn wat oubollige image af te helpen, wordt het voertuig vervolgens vaak “gepimpt” met zaken als spoilers, neonlichten en een forse geluidsinstallatie.