Klassieke brommers

Hoewel er al eerder werd geëxperimenteerd met fietsen met een hulpmotor, kan gesteld worden dat de geschiedenis van de bromfiets eigenlijk pas goed en wel begon in de jaren na de Tweede Wereldoorlog.

Rond 1950 telde ons land ongeveer 5000 brommers, 10 jaar later waren het er meer dan een miljoen, en in 1970 was het aantal gegroeid tot bijna 2 miljoen. Daarna kwam de klad erin, met name door de invoering van de helmplicht (in 1975) en door het feit dat er meer betaalbare (kleine) automodellen op de markt verschenen.

De jaren '80 betekenden het definitieve einde van de klassieke bromfiets. Deze periode werd niet alleen gekenmerkt door het afschaffen van de verplichting om brommers met trappers uit te rusten (in 1985), maar ook door het fors opschroeven van de verzekeringspremiesvoor schakelbrommers. De toch al tanende verkoopcijfers liepen hierdoor nog verder terug en menig klassiek bromfietsmerk ging over de kop.

Op deze pagina komen kort enkele van de meest populaire brommermerken uit dit klassieke tijdperk aan bod.

Solex: de oerbrommer

De in 1946 in Frankrijk ontstane Solex kan met een beetje goede wil de eerste echte bromfiets genoemd worden. Het ging in feite om een soort fiets die was uitgevoerd met een motortje dat via een rol contact maakte met de voorband en zo het voorwiel aandreef.

Het nadeel van dit systeem was wel dat de voorband relatief snel sleet. Anders dan eerdere "fietsen met hulpmotor" had de Solex een dikker en sterker frame dan gewone fietsen.

De Solex werd vanaf 1948 tot 1967 ook in Nederland geproduceerd en was vooral in de jaren '50 uiterst populair. In totaal werden er in ons land in een kleine 20 jaar zo'n 700.000 exemplaren vervaardigd van deze eenvoudig te onderhouden en gewoonlijk in zwart uitgevoerde bromfiets.

Zelfs tot op de dag van vandaag zijn er nog duizenden Nederlanders die zo'n "koffiemolen" hebben staan. En voor ieder ander die even een nostalgisch uitstapje terug in de tijd wil maken, zijn overal in het land bedrijven te vinden waar je Solexen kunt huren.

In 2007 verscheen trouwens een milieuvriendelijke opvolger van deze klassieker op de markt: de e-Solex, met elektromotor in het achterwiel.

Duitse klassiekers: Zündapp en Kreidler

Vanaf de tweede helft van de jaren '50 werd de Solex steeds meer voorbijgestreefd door modernere bromfietstypes. Die kwamen vooral uit Duitsland.

Zo was er bijvoorbeeld het merk Kreidler, dat we in Nederland vooral kennen van de in 1957 geïntroduceerde Kreidler Florett. Standaard voorzien van een steekas in het achterwiel, een snelheidsmeter, een stuurslot en een kickstarter was dit model zijn tijd ver vooruit.

De populaire Florett en latere modellen als de RMC-S konden echter niet voorkomen dat het merk aan het begin van de jaren '80 failliet ging. De merknaam werd doorverkocht aan de Nederlander John Bos, die inmiddels in eigen beheer voor de liefhebber weer heuse Kreidlers op de markt brengt.

Net als Kreidler bracht Zündapp bromfietsen op de markt met een karakteristiek lang zadel (de "buddyseat"), een laag stuur en een grote, horizontaal geplaatste tank. Met kwalitatief goede en relatief zuinige brommers domineerde dit merk vooral in de jaren '70.

Bekende modellen uit die periode waren de smalle Zündapp 517 en zijn opvolger, de wat bredere en luxere Zündapp 529. Desondanks overleefde ook Zündapp de jaren '80 niet: in 1984 ging het bedrijf over de kop.

Van alle klassieke merken is Zündapp vandaag de dag in Nederland nog wel het best vertegenwoordigd. Vele duizenden modellen staan in garage of schuur of rijden zelfs nog vrolijk rond.

Puch en de Japanners

De natuurlijke tegenhanger van de stoere "buikschuivers" van Kreidler en Zündapp kwam uit Oostenrijk, in de vorm van de Puch.

Deze sierlijke bromfiets werd gekarakteriseerd door een lage instap en een kleine tank die niet aansloot op het zadel. De Puch was vooral de keus van de rebelse artistiekeling, die zijn brommer het liefst uitrustte met een zeer hoog stuur. Onder meer de VS50- en MV50-modellen en de Puch Maxi deden het goed.

In 1981 werd gestopt met produceren van de steeds slechter verkopende Puchs, die concurrentie ondervonden van de grotendeels hetzelfde uitgevoerde, maar goedkopere Tomos-brommers. De bromfietsfabriek werd overgenomen door het Italiaanse Piaggio.

Bij veel bekende bromfietsfabrikanten ging in de jaren '80 het licht dus uit. Een van de overlevenden was de in Nederland geproduceerde Tomos, die vooral dankzij de goed verkopende automaat A3 het hoofd boven water wist te houden en vandaag de dag de toon aangeeft op de Nederlandse markt voor snorfietsen.

De Japanse merken kwamen zelfs tot bloei in de moeilijke jaren ‘80. Vooral Honda deed het goed met types als de MB en MT. In haar voetspoor pikten ook Yamaha en Suzuki een graantje mee op de bromfietsmarkt met moderne en goed geprijsde modellen. Aan de verkoopsuccessen van Honda konden deze fabrikanten echter niet tippen.